Zoek
Zoek

Eerst de klopstok en nu de carnavalssteek

Ze kennen elkaar van de jacht, de 51e markies en rentmeester van De Spanvöggel. Als jonge kloppers van een jaar of acht liepen Roy Laarveld (31) en Coen Veldhuis (30) al regelmatig met elkaar op in het veld. Later hebben ze allebei hun jachtakte behaald en namen ze elkaar als gast mee naar beider jachtgebieden in de omgeving van de Duitse Moezel. Met deze gezamenlijke interesse is hun vriendschap gegroeid. ‘Want via school of een vereniging kwamen we elkaar niet tegen,’ vertelt Coen, die oorspronkelijk uit Lemselo komt.
Rentmeester Coen en markies Roy tijdens de opkomst in café Olde Weghuis. Proost!

Roy wilde alleen markies worden met Coen naast zich

Vanuit het jachtveld op de carnavalswagen

Beide mannen hebben een eigen onderneming. Markies Roy is sinds 2007 eigenaar van handelsonderneming HoRoLa aan de Edisonstraat. Hij  is gespecialiseerd in de verkoop van allerlei afdekmaterialen, zoals zeilen, netten, hoezen en dekkleden. Rentmeester Coen is  in het dagelijks leven werkzaam bij het rechercheteam van de politie in Enschede en daarnaast samen met zijn broer Simon mede-eigenaar van Wildhandel Veldhuis in Weerselo. In dit bedrijf wordt wild professioneel geslacht en ingeseald voor de verkoop. Ook hun ambachtelijke harde worst is een begrip in de regio.
 
Roy is al twaalf jaar samen met Kyra Wolbers, leerkracht op een basisschool in Hengelo. Nadat ze twee jaar in een flat aan de Tichelstraat hebben gewoond, woont het stel nu zo’n vier jaar samen met Friese stabij Siep in hun fraai verbouwde woning aan de Burgermeester Wallerstraat. Waar precies behoeft geen uitleg. Het huis is, net als dat van Coen in de Graven Es, daags na de opkomst van het span versierd door de vereniging.
 
Roy vertelt: ‘Half april belde Bas van de aanzoekcommissie me op met die ene beruchte vraag. Ik was meteen enthousiast en Kyra gelukkig ook, maar ik wilde geen markies worden zonder Coen naast me. Die had die dag een late dienst op z’n werk, waardoor ik ‘m pas na tienen kon bellen. Met een smoes vroeg ik ‘m nog even bij ons langs te komen.’ Coen vult aan: ‘Om barbecue vlees op te maken, zei hij. Ik dacht: die Roy is niet good wies!’ Coen is toch maar even gegaan en heeft die nacht noodgedwongen op de bank doorgebracht. ‘Er moest natuurlijk wel op gedronken worden.´
 
Coen was ten tijde van het aanzoek nog vrijgezel, maar heeft sinds ruim drie maanden een relatie met Els Kip, HR-adviseuse van beroep. Als telg uit het installatiebedrijf Kip is ze goed bekend met het carnaval bij De Spanvöggel. ‘Dat was een voordeel,’ vertelt Coen, die haar op een zeker moment wel deelgenoot moest maken van het bestbewaarde geheim in de wijk. ‘Het voelde vanaf het begin goed, dus ik durfde het wel aan. Gelukkig reageerde ze meteen heel positief.’
Els, Coen, Roy en Kyra (vlnr) gaan samen het 51e carnavalsseizoen van De Spanvöggel beleven.
Vanaf dat moment konden beide stellen beginnen met het ‘huiswerk’ dat ze hadden meegekregen van de vereniging. Zo moest er een lijfspreuk worden bedacht, een proclamatie geschreven en een stuk gemaakt voor in het Fladderblad. ‘We bedachten de kleuren van ons pak en de symbolen voor op de onderscheiding. De vaste ontwerper, een man op leeftijd uit Enschede, heeft er iets moois van gemaakt, met de logo’s van onze organisaties en een wild zwijn als symbool van onze gezamenlijke liefhebberij.’
 
‘Ondertussen werd er steeds vaker op gezinspeeld dat wij het nieuwe span zouden worden. Alles wat we deden werd in de gaten gehouden. ‘Noa vief joar roddel’n hebt ze ’t in Berghoez’n eindelijk bie ’t rechte eind.’  Maar tot de bekendmaking moesten we wat verzinnen om ’t volk op het verkeerde been te zetten. Aan onze kameraden hebben we verteld dat we samen op jacht zouden gaan. We hebben ze zelfs foto’s gestuurd met de jachtkleding aan. In werkelijkheid zaten we net over de grens in Bad Bentheim ‘ondergedoken’. In een hotel moesten we onze tijd zien uit te zitten, tot we op zaterdagavond met een geblindeerd camperbusje naar Olde Weghuis konden worden gebracht.´ De mannen kijken er lachend op terug. ‘Dat werden lange uren, met veel zenuwen en bier. Roy is ’s nachts nog in bad in slaap gevallen. Pas uren later werd hij ijskoud en met verschrompeld vel weer wakker’. Goed voor een hoop schik bij De Spanvöggel en spreuken als: ‘Disse hoogheid komt wat later, he ligt nog in koald water!’
 
Na de opkomst barstte het feest los en viel alle spanning van Roy en Coen af. ‘De zaal was afgeladen vol met enthousiaste mensen en we werden van alle kanten gefeliciteerd.’ De volgende dag volgde de receptie met zo’n 120 man. De mannen laten het enthousiast op zich afkomen en groeien als vanzelf in hun nieuwe rol. Daarbij laten ze zich informeren door de vorst en de nachtvorst, die elke week het programma en de formaliteiten met ze komen doornemen. ‘Dat scheelt een hoop,’ aldus het span, die het Spanvöggelvolk natuurlijk zo goed mogelijk wil voorgaan.
kt er een drukke tijd voor ons aan. We verheugen ons er enorm op.’ Als mogelijke hoogtepunten noemen Roy en Coen de optochten, waarbij ze als span op de wagen zullen staan. ‘En natuurlijk de gala’s op 26 en 27 januari.’ Met zijn kameraden van SPD ‘De Keet’ heeft Roy al een paar keer meegedaan met spectaculaire acts. De verwachting is dat de groep ook dit jaar van de partij zal zijn.
 
Uit het gezamenlijke enthousiasme (en de toren van bierkratjes in de tent van de achtertuin) valt op te maken dat ze er zin in hebben. Nu al maken ze hun lijfspreuk waar:
 
Met disse 2 jachtmoaten as span, hej d’r een knallend carnaval van!’
authentieke ontwerp van de proclamatie voor markies Roy en rentmeester Coen, met een wild zwijn als symbool van hun gezamenlijke liefhebberij.

Tekst: Charon Golbach – Olde Riekerink