Search
Search

Laatste negen woningen in snel tempo gebouwd

Het gaat hard in bouwplan ’t Leemer tussen de Helmichstraat, de Bisschop Balderikstraat en de Roveniusstraat. De appartementen in het prominente complex Leemstaete worden einde dit jaar opgeleverd aan de kopers. Met de bouw van de laatste negen woningen aan de Helmichstraat is een begin gemaakt.
Deze woningen zijn allemaal verkocht. Donderdag 22 september houdt ontwikkelaar Janssen de Jong een eerste ‘start bouw’ festiviteit. Daarbij maken de kopers voor het eerst kennis met hun toekomstige buren.
 
De laatste woningen in ’t Leemer worden gebouwd volgens een innovatief bouwsysteem van Janssen de Jong, genaamd Modufair. Daarbij wordt het casco van de woningen compleet gefabriceerd in de fabriek, waarbij alle elektravoorzieningen vooraf fabrieksmatig in de vloeren worden aangebracht. Er komt geen nat beton meer in de bouw, als de wanden en vloeren worden gemonteerd.
De bouwtijd is, doordat de woningen grotendeels uit de fabriek komen, erg kort. Projectmanager Rick Lohuis van Janssen de Jong: ‘We streven er naar om deze woningen vrij snel na gereedkoming van de appartementen te kunnen opleveren. Dan is ’t Leemer begin 2023 helemaal afgerond.’ Architect van appartementencomplex Leemstaete is  Jules Lucas. Het ontwerp is een knipoog naar de voormalig textielfabriek en heeft iets weg van het Geldermancomplex. Hier komt onder andere een aantal geboren en getogen Zuid-Berghuizenaren te wonen, nu woonachtig in de stad.
Op dit moment wordt gewerkt aan de fundering voor de laatste serie van negen woningen. Hiertoe zijn enige tijd geleden het sportcentrum Marian en de naastgelegen woning van de familie Van Veen gesloopt. Het hele project ’t Leemer tussen de drie genoemde straten bestaat uit:
 
  1. Fase 1: 9 woningen (4 tweekappers aan de Roveniusstraat, 4 rijhoekwoningen aan de Bisschop Balderikstraat en een nieuwe vrijstaande woning aan de Roveniusstraat voor de familie Van Veen).
  2. Fase 2: 20 appartementen, projectnaam Leemstaete.
  3. Fase 3 9 rij-hoekwoningen.
 

Foto’s: Judith Nijboer.