Search
Search

Onze man op het winkelcentrum

‘Onze man op het winkelcentrum’ Willem Schoordijk spreekt op winkelcentrum Zuid-Berghuizen mensen aan. Zijn bedoeling is meer van hen en wat hen drijft te weten te komen. Aflevering 1 van de rubriek ‘Onze man op het winkelcentrum’ gaat over Jan Olde Kalter. Hij is voor het 58e jaar hulpsinterklaas bij FC Berghuizen. Dit is tegelijkertijd aflevering 2 van onze korte reeks over de St. Nicolaasactie van de voetbalclub.
Jan Olde Kalter met het grote boek van Sinterklaas.

Jan Olde Kalter droeg ooit een baard van gevlochten touw

‘Sinterklaas is nu vooral een kindervriend’

Jan Olde Kalter (79) is vaste klant op winkelcentrum Zuid-Berghuizen. Hij maakt vooral gebruik van de supermarkt, de kaasboer en de drogisterij. ‘Allemaal nodig om gezond te blijven’. Ik tref hem net als hij Ron Rie´s Stoffenhandel passeert. Ik weet dat hij oersint is bij de voetbalvereniging in de wijk en daarom houd ik hem staande. Zijn monoloog:
 
‘Het klopt inderdaad dat ik vanaf het begin van de St. Nicolaasactie in 1961 er nauw bij betrokken ben geweest. We begonnen met twee sinten. Met de andere voetbalverenigingen in de stad hadden we een soort herenafspraak dat FC Berghuizen het alleenrecht van deze actie had. De pakken huurden en leenden we bij Jos ter Brake en kleermaker Toon Huttenhuis. Baard en pruik waren toen van gevlochten touw. Wat een gekriebel was dat! Op de fiets gingen we langs de huizen om de briefjes op te halen van de kinderen die bij de sint moesten komen. Ook konden ouders zelf hun briefjes afgeven bij Herman Kamphuis, die op het winkelcentrum een stoffen- en fourniturenzaak had. In diens huiskamer boven zijn winkel sprak ik dan de kinderen met hun ouders. Het waren echt andere tijden. Als sint was je een corrector, een verlengstuk van de ouders. De focus lag op wat je niet kon. Jantje luistert niet, plast nog in de broek, doet zijn best niet. De kinderen geloofden ook langer. Gelukkig is de sint verandert van boeman naar kindervriend. Een fantastische ontwikkeling.’
 
‘De kleding was altijd al kleurrijk en de pieten hebben een metamorfose ondergaan. Geen oorbellen meer, roe en kwaadaardig kijken. Tegenwoordig spreek je met het kind over sporten, behaalde zwemdiploma´s, dieren. Je sluit aan bij de belevingswereld van het kind. Het stellen van open vragen vind ik een must. Met gesloten vragen’ bi’j zo oet proat’. Mijn favoriete openingsvraag? Wie heeft die stoel zo mooi versierd of: Wie weet wat ik hier heb en wijs dan op het grote boek… Geheid heb ik dan contact. En daar gaat het me om. Kinderen zijn in het algemeen ook niet meer bang voor de sint. Geweldig toch. Wel heb ik soms moeite met al die moderne namen. Jan, Piet en Klaas hoor ik zelden. Ouderen voelen zich ook weer kind als sint er is. Oma´s helemaal.  Ken je het verhaal van de Orde van Sint Nicolaas, die in 1972 in de kantine van FC Berghuizen is ontstaan?  Dat is een jaarlijkse onderscheiding voor iemand die zich zeer verdienstelijk heeft gemaakt binnen de Sinterklaas organisatie. Herman Kamphuis zei: ‘Dat ku’w ja mooi op ‘n bierviltje schriem’n, lintje d’r deur en kloar!  En ik zorg d’ur veur, dat wie volg’nd joar echte medailles hebt’, aldus Herman. M’r  doar is ’t wocht´n nog steeds op, haha! Nee, die ordeviltjes zijn prachtig. Mannie Ahuis (chauffeur van Sinterklaas) kreeg hem als eerste. Zelf ben ik in 1976 onderscheiden. Of ik hem bij me heb? Wat denk ie noe?’
‘Ik herinner me de autoloze zondagen nog in 1973. Ontheffing werd ook de Sint niet verleend. Wat te doen? De zwager van Henk Bartelink (voormalig voorzitter van FC Berghuizen) kwam met dè oplossing: peard en waag’n! En zo heb ik in de koets op zondag de huisbezoeken gedaan. Van die zachte paardenvoetjes weet ik dus alles af. De kracht van de Sinterklaasactie is de vrijwillige bijdrage bij de gezinnen en natuurlijk de inzet van alle vrijwilligers. Misschien dat ik mijn ervaringen als coach bij beginnende sinten nog eens in kan  zetten. Ik hoop nog twee jaar door te gaan en dan is het mooi geweest. Het fysieke begint nu wel te tellen. In- en uit stappen bij een lage auto is soms lastig. Ik beperk mijn bezoeken dan ook een beetje. Maar ik blijf er wel voor gaan. Altied!’

Tekst en foto: Willem Schoordijk.