Zoeken

Pastoor Kees van Breemen 1933 – 2023

In verpleeghuis Het Saalmerink in Haaksbergen is donderdagmorgen oud-pastoor Kees van Breemen van de Mariaparochie in Zuid-Berghuizen overleden. Hij woonde hier op de afdeling Kriegerskamp sinds 2 maart 2020, nadat wonen aan de Klaashuisstraat dichtbij dit zorgcentrum niet langer kon.
Kees van Breemen is 89 jaar geworden en was hier in de parochie nog zeer geliefd. Veel mensen van de huidige geloofsgemeenschap wilden niets liever dan hem hier nog een keer op het altaar zien om de mis op te dragen. Maar dat zat er al vele jaren niet meer in. Vanaf 1984 werkte hij als pastoor in Oldenzaal. Daarvan veruit de meeste tijd in de Mariaparochie. In 2008 nam hij afscheid van de St. Plechelmusparochie waar hij toen verantwoordelijk voor was en de andere parochies binnen het Words parochieverband. En van zijn geliefde parochie in Zuid-Berghuizen. Toen zijn werkgebied veel groter werd dan de parochie Berghuizen, nam hij weer rijles en schafte hij een autootje aan. Om als een trouwe dienaar Gods ook de verste gelovigen in zijn missiegebied te kunnen bereiken.
 
Zijn huisgenote Lucie en hij verhuisden in 2008 naar de pastorie in Boekelo. Als emeritus ging hij van daaruit met grote regelmaat voor in de kerken van de Franciscusparochie en in de kapel van Het Saalmerink. Toen Lucie in Boekelo werd getroffen door een beroerte en daaropvolgend dementie werd zij opgenomen in het verpleeghuis in Haaksbergen. Pastoor Van Breemen verhuisde toen naar de Klaashuisstraat in die plaats. Daar genoot hij nog enigszins van zijn zelfstandigheid en kon hij bij Lucie op bezoek gaan. Lucie overleed in maart 2018. Tussen de middag ging pastoor Van Breemen in die tijd al eten in Het Saalmerink. Hij kende het huis en de mensen en toen zelfstandig wonen niet langer kon verhuisde hij dan ook naar deze locatie.
 
De Coronatijd daar viel hem erg zwaar. Hij vertelde toen: ‘Ik zag ik er al erg tegenop weer te gaan verhuizen. Wonen in een verzorgingshuis is toch anders dan zelfstandig wonen in een eigen huis. Het vertrouwde viel weg. De nieuwe situatie was onwennig. Vanwege Corona mag ik nauwelijks meer buiten mijn appartement komen. Niet meer samen eten. Niet meer samen koffiedrinken. Geen mensen meer op bezoek. In de stilte van de eenzaamheid bid ik soms tot God, want als je bidt ben je niet meer alleen.’ Twee keer deed hij daarna – recent nog toen hij in kleine kring zijn 65-jarig priesterschap vierde – via onze wijkkrant een oproep aan zijn vroegere parochianen in Berghuizen hem een kaartje te sturen. Stapels kaarten kreeg hij op zijn tafel.
 
Hier bij ons waren de pastoor en zijn huisgenote vertrouwde verschijningen. Op het winkelcentrum en als er een feest was bij de carnaval, het klootschieten of de voetbalclub. Graag bracht hij, stijlvol en rechtop als een echte pastoor op zijn herenfiets gezeten, huisbezoekjes aan de mensen. Hij was geïnteresseerd in zijn parochianen en bemoedigend als ze ziek waren. In het verpleeghuis Oldenhove bediende hij alweer vele jaren geleden te midden van alle familie mijn 96-jarige oma. Zij was zeer gelovig en sliep vredig en zichtbaar gelukzalig in, nadat zij van de pastoor het Sacrament van de Zieken had ontvangen en klaar was voor haar ontmoeting met God, waar  ze heilig in geloofde. Soms kreeg de pastoor een krop sla of slaboontjes mee. Daar was hij dankbaar voor en met Lucie smulde hij lekker van deze groenten vers van het land.
Toen bekend werd dat pastoor van Breemen hier in Berghuizen kwam, zocht ik hem als ik het me goed herinner op Oudjaarsdag 1983 voor de krant en de toenmalige papieren wijkkrant De Bergbuis op in zijn Onze Lieve Vrouwenkerk in Arnhem. De stad binnenrijdend over de Apeldoornseweg knalden de rotjes en gillende vuurpijlen om de auto. Hij leidde mij en de fotograaf rond in de kerk, vroeg van alles over zijn nieuwe standplaats maar de belangrijkste vraag werd tot het laatst bewaard: ‘Zou er een parochiaan zijn die voor ons een kippenhok kan bouwen?’ Dat kippenhok kwam er en naar ik me herinner vervulde aannemer Fons Luttikhuis daarbij een belangrijke rol.
 
Ik heb de pastoor vaak mogen interviewen. Boven, in zijn kamer in de pastorie. Hij stak meestal een dikke sigaar op en de hond lag naast hem. Met het samengaan van kerken in de stad en het mogelijk sluiten van kerkgebouwen had hij moeite. Eigenlijk met het hele proces en met alle gevoeligheden en emoties die zich daarbij aandienden. Maar hij liet zich altijd diplomatiek uit over de materie. Toen zijn tijd hier gekomen was zei hij: ‘Ik ga, ik wil mijn opvolger niet voor de voeten lopen.’
 
Pastoor Kees van Breemen werd geboren in Zwolle. De familie trok naar Raalte, waar zijn vader hoofd van de school werd. De eerste standplaats van Kees van Breemen was St. Isidorushoeve. Daarna volgden Weerselo, Hengelo en Utrecht en toen kwam Arnhem. Met Van Breemen kreeg onze Mariaparochie een fitte pastoor. Een die aan gymnastiek deed, op de fiets zijn bezoeken aflegde en die elk jaar voor zijn vakantie de bergen introk. Toen hij hier kwam, was hij nog wat behoudend. ‘Nieuwe dingen moet je rustig bekijken en geleidelijk introduceren’, zei hij toen. Maar al snel werd hij een pastoor van saamhorigheid, waarvan hij hoopte dat dit zou overslaan op zijn parochianen in de kerk. En onze kerk beviel hem. ‘Dit is een knots van een kerk’, stelde hij hier aangekomen vast. Maar dit gebouw geeft tegelijkertijd een gevoel van verbondenheid. Er kan echt worden gevierd.’
 
Zijn verwelkoming hier was overigens tijdens het hoogfeest van Pinksteren op 25 mei 1984. Hij en Lucie werden net als ooit bouwpastoor Kloppenborg welkom geheten aan de grens van de parochie bij café Karenbeld aan de Enschedesestraat. In de koets, met de St. Josephharmonie en de scouting voorop, werd naar de kerk gereden. In 2005, bij de festiviteiten rond 50 jaar Mariaparochie, riep Kees van Breemen op de fakkel in Zuid-Berghuizen altijd verder te blijven dragen. Wat mooi dan ook, dat we nu een prachtige wijk in beweging zijn. Toen eerder dit jaar de allerlaatste viering in de Mariakerk was, werd gehoopt dat hij er nog een keer bij kon zijn. Maar het hem toebedachte plekje bleef leeg. Zijn gezondheid liet het niet meer toe. In de kerk dacht ik toen aan mijn allerlaatste interview met hem en Lucie in de pastorie in Boekelo, waarbij een geweldige en treffende foto is gemaakt. De rollen waren toen omgekeerd. Vele jaren had Lucie de pastoor verzorgd. Nu Lucie begon te lijden aan dementie en stilletjes een sigaartje van hem pikte, verzorgde de pastoor zijn huisgenote en moest hij naar de supermarkt om toiletpapier te halen.
Vandaag, donderdag 3 augustus, is pastoor Kees van Breemen vanaf zijn sterfbed in Het Saalmerink overgebracht naar Boekelo. Daar, zijn laatste standplaats als emerituspastoor, ligt hij opgebaard als u dit leest. Kees van Breemen, voor zeer velen in de allerbeste herinnering.
 
Graag wil ik, Kees van Breemen, jullie deze mooie tekst toevertrouwen:
 
Ik wil je laten weten dat
ik vandaag voor jou heb gebeden.
Je bent zo vaak in mijn
gedachten geweest
en ik heb de engelen gevraagd
om bij je te zijn.
 
Ik wenste dat ik hoe dan ook bij
je zou kunnen zijn.
Dat kan helaas niet, maar ik heb
voor jou gebeden
dat God aan je zijde zal staan –
van je zal houden, je zal beschermen
en begeleiden.
 
Al ben ik niet bij je,
weet dat je in mijn hart bent
en dat ik voor jou heb gebeden. 

Tekst: Felix Nijland. Foto’s: Archief Tubantia en Reinier van Willigen.