Search
Search

Rob Wienk voelt zich thuis in Berghuizen

Charon slingert wat rond en slingert wat aan; een verbindingslint van interviews met wijkbewoners. In de vogelbuurt achter het winkelcentrum is het de beurt aan Rob Wienk, vitale vijftigplusser die op de arbeidsmarkt een aardige duit (& donut) in het zakje doet.
Rob Wienk: ‘Als iedereen een steentje bijdraagt, lukt het altijd. Dat is een kracht in onze wijk. ’

Rob Wienk veranderde op latere leeftijd noodgedwongen van werkkring

‘Trots dat het me gelukt is’

Rob wist niet goed wat hij van z’n nominatie moest denken, zag zelfs een beetje tegen het interview op. Maar na afloop bleek het gelukkig mee te vallen en kon hij ontspannen tussen beider zoons plaatsnemen voor een voetbalwedstrijd op tv. Even uitrusten na de nachtdienst bij Europastry, het snelgroeiende bedrijf op Jufferbeek aan de rand van Oldenzaal, met een website in maar liefst vijf talen. Rob legt uit: ‘Het is een Spaans familiebedrijf, met behalve Nederland en Duitsland ook belangrijke afzetgebieden in Denemarken, Zweden en Tsjechië. Er zijn inmiddels drie lijnen met een gemiddelde dagproductie van wel twee miljoen donuts. We leveren ook verschillende soorten croissants. Het gaat goed, het is een bijzonder productieproces waar heel veel bij komt kijken.’ Rob verwijst me op YouTube naar het informatieve kinderprogramma Het Klokhuis, die er een filmpje over heeft gemaakt.

Woar bin ie van?

Rob is 55 jaar geleden geboren aan de Narcissenstraat en met zijn ouders en zusje Monique aanvankelijk opgegroeid aan de Papaverstraat. Rond zijn vijfde is het gezin verhuisd naar de Frans Halsstraat, alwaar hij een fijne en rustige jeugd beleefde. ‘Mijn moeder leeft nog, mijn vader is inmiddels overleden. Met mijn zus en zwager hebben we een goede band. Via mijn zus heb ik een meisje met dezelfde voornaam uit Denekamp leren kennen. Ze waren collega’s bij taxibedrijf Snoeyink.’ ‘Handig voor als je ’s nachts discovervoer nodig had,’ voegt Monique aan Rob’s zijde er lachend aan toe. De vonk sloeg over in uitgaansgelegenheid Jumbo.
In 1994 zijn Rob en Monique, werkzaam als verzekeringsadviseur bij Univé, gaan samenwonen aan de Meerkolstraat. ‘Toen nog met platte daken.’ De keuze voor Zuid Berghuizen was een logische. Qua mentaliteit en voorzieningen voelden beiden zich er thuis. ‘Een jaar later zijn we er getrouwd.’ Samen hebben ze twee jongens; Rick van negentien jaar en Matthijs van vijftien jaar. Laatstgenoemde zit in 3HAVO en is zojuist begonnen met zijn baantje bij de Action. Rick gaat nog een dag in de week naar de SMEOT en werkt de overige vier dagen in de metaal. ‘Dat heeft hij niet van een vreemde. Ik kom zelf uit de metaal,’ aldus Rob. ‘Op school heb ik autotechniek en mechanische techniek gedaan, waarna ik 27 jaar voor Sollas, een Oldenzaalse fabrikant in verpakkingsmachines, heb gewerkt. Ik deed er onder meer de materiaalvoorziening. Na een reeks van reorganisaties moest ik er daar uit, waarna op werkgebied een onrustige periode aanbrak.’ Dit heeft Rob en zijn gezin gevormd en uiteindelijk sterker gemaakt.

Woar kan ik oe van kenn’n?

‘In tegenstelling tot wat in het stukje van Gerard Schoppmann stond heb ik niet bij Kothman, maar twee deuren verder bij Olde Weghuis gewerkt. Hoofdzakelijk achter de bar, met carnaval. Hartstikke mooi om te doen. Toen mijn zwager Martin in ‘97 hoogheid werd, ben ik lid geworden van De Spanvöggel. Ik doe er niks ceremonieels, maar vier graag een gezellig feestje mee. Inmiddels is onze Rick bij de Raad van 11.’
Samen met zijn vrouw draait hij bardiensten bij FC Berghuizen, alwaar beide jongens voetballen. Daarnaast is Rob actief vrijwilliger bij de wijkevenementen Kerst in het Park en Berghuizen in Beweging. Ook bij NLdoet en de bloemenactie van De Spanvöggel steekt hij graag zijn handen uit de mouwen. ‘Ik voel me fit en doe het graag, al is het door mijn onregelmatige diensten tegenwoordig wel lastiger me te verbinden aan vrijwilligerswerk. Maar als iedereen z’n steentje bijdraagt, lukt het altijd. Dat is een kracht in onze wijk. ’
In zijn vrije tijd staat Rob graag op vlooienmarkten. ‘Her en der krijgen we tweedehands spullen, die ik op zolder opsla en hobbymatig op markten doorverkoop. Ik vind het gezellig om ondertussen met voorbijgangers een praatje te maken.’

Wat wo-j mie vertell’n?

Rob vertelt dat hij het naar zijn zin had bij Sollas. Dat hij er waarschijnlijk nu nog had gewerkt als er geen reorganisaties waren geweest. ‘Ik ben trouw en hou van vastigheid, had geen reden om uit mezelf te vertrekken. Nu werd ik als vijftigjarige gedwongen om uit te kijken naar ander werk.’ In de praktijk bleek dat niet mee te vallen. De verhalen over leeftijdsdiscriminatie bleken waar. ‘Mij is het nooit met zoveel woorden gezegd, maar blijkbaar val je op basis van je geboortedatum vaak al meteen af. Helemaal in tijden van tegenvallende economische groei.’ Een onzekere periode volgde, waarbij Rob steeds meer het gevoel kreeg dat er, ondanks zijn kwaliteiten en ruime werkervaring, niemand op hem zat te wachten. Dat trok soms een zware wissel op het gezin. ‘Het is niet prettig om als gezonde ‘kjeal’ afhankelijk te zijn van het UWV.’
Rob vervolgt zijn verhaal: ‘Als uitzendkracht kon ik aan de slag als operator bij Europastry. Die kans heb ik meteen met beide handen aangegrepen.’ Het vroeg om een zekere mate van flexibiliteit, maar het lukte hem om zich goed aan te passen aan een nieuwe werkomgeving, met wisselende diensten en collega’s. ‘Er is vrij veel verloop en het moet je liggen om steeds nieuwe mensen, van verschillende komaf, in te werken. Ik doe dat graag, je bent altijd onder de mensen en maakt vaak bijzondere dingen mee. Bovendien weet ik uit ervaring hoe het is om in een onzekere arbeidssituatie te zitten. Tijdelijke krachten merken dat. We werken in ploegen van negen mensen. Samen moet de klus geklaard.’
Inmiddels is zijn contract door bewezen diensten omgezet in een vast dienstverband. ‘Het valt niet mee om op latere leeftijd van werkkring te veranderen, maar het is me wel gelukt. Daar ben ik best trots op. Ik ben voornemens om hier met plezier mijn pensioen te halen.’

Woar wil ie mie op an hebb’n?

Rob Wienk draagt het stokje over aan Jeannette Japink. Voor vele wijkbewoners een vertrouwd en vrolijk gezicht als vrijwilliger bij onder meer de Mariakerk en manege De Boerskotten. Rob legt uit: ‘Jeannette is niet iemand die op de voorgrond wil treden, maar ze is altijd beschikbaar voor een helpende hand. Met een beetje overredingskracht lukt het me vast haar te strikken voor de slinger.’

Wat breng ik van oe met?

Rob antwoordt: ‘Jeannette verkoopt vanaf het erf aan het Lossers Voetpad verse scharreleieren, groente uit eigen tuin en heerlijke zelfgemaakte jam. Ik heb nog een leeg jampotje van haar, dat je mooi aan haar terug kunt geven.’ Dat lijkt me een goed plan. Langs voetbalvelden, klootschietbaan en Mariakapelletje steek ik de Postweg over richting gemeente Losser, benieuwd naar wat Jeannette  me te vertellen heeft.

Tekst en foto: Charon Olde Riekerink