Search
Search

Vijf vragen aan… Ria Nijhof!

Ria Nijhof was vanaf de zomer van 2017 voorzitter van de Stichting Kansrijk Berghuizen. Recent nam zij afscheid omdat haar periode erop zit en zij het belangrijk vindt plaats te maken voor de jongere generatie. Hoe kijkt zij terug en wat is er zoal bereikt in onze wijk? 
Ria Nijhof: ’ Het bestuur van Kansrijk bestaat uit mensen met een groot netwerk. Er is veel kennis voorhanden, maar vooral de bereidheid om dat te delen.’

Hoe kwam je destijds bij Kansrijk terecht en waarom ben je erin gestapt? 


‘In 2016 ben ik benaderd door Felix Nijland die destijds bezig was een aantal mensen te motiveren om gezamenlijk te kijken naar de wijk Zuid-Berghuizen. Hij vroeg ook gelijk of ik de voorzitter wilde zijn. Ik heb bedenktijd gevraagd omdat ik mezelf eerst een beeld wilde vormen van het belang van een nieuw wijkorgaan, de rol en functie die het kan hebben, heeft de wijk behoefte aan een dergelijk orgaan maar vooral; kan dit nieuwe orgaan een eigentijds karakter krijgen waar wijkbewoners zich in herkennen en mee willen participeren. En kan het positie innemen t.o.v. de gemeente, organisaties, bedrijven, de WBO, de winkeliersvereniging etc. Wat ik vooral niet wilde is het creëren van een hiërarchisch orgaan dat het voor het zeggen denkt te hebben.  Door te kiezen voor Kansrijk Berghuizen genereerden we nieuwe energie.’


Kansrijk is geen gekozen organisatie maar is inmiddels geaccepteerd bij gemeente, WBO maar bijvoorbeeld ook bij de wijkagent. Het is een gedragen organisatie. Vind jij dat ook? 


‘Ik vind dat Kansrijk een eigen plek in de wijk en daarbuiten heeft veroverd. Ze is gesprekspartner en aanspreekpunt voor de  gemeente en maatschappelijke organisaties. Ze neemt het voortouw, informeert, wijst door, betrekt anderen erbij of ondersteunt. Haar belangrijkste opdracht is Zuid-Berghuizen nog mooier en leefbaarder te maken. Door het vooral niet allemaal zelf te doen, maar anderen met goede ideeën te helpen waar nodig, of samen op te trekken. 

Het bestuur van Kansrijk bestaat uit mensen met een groot netwerk. Er is veel kennis voorhanden, maar vooral de bereidheid om dat te delen. Grootschalig zoals bij de herontwikkeling van de kerklocatie en het dorpsplein. Of bij het behouden van boerderij Stakenboer voor de wijkbewoners. En kleinschalig als een bestuurslid hoort dat een mevrouw buurtbewoners heeft uitgenodigd en ze samen met hun kinderen buiten een Halloweenmiddag houden. Ze wordt verrast met een bloemetje. Ik denk dat Kansrijk daarom gedragen wordt.’ 


Welke belangrijke zaken zijn er de afgelopen vier, vijf jaar bereikt? 


‘Ik vind dat er veel bereikt is.  Zoals al gezegd het behouden van boerderij Stakenboer  in het park. Een ontmoetingsplek voor velen. Een plek waar mensen elkaar ontmoeten, een praatje maken, een lekker kopje koffie geserveerd krijgen. En waar Impuls vanaf april haar activiteiten organiseert.

Naast de boerderij staat nu een podium. Vanuit Kansrijk is het initiatief gekomen. Nu heeft het een eigen stichting die programmeert en organiseert. 

De ontwikkeling van  de wijkvisie met o.a. het idee van een dorpsplein en de verbouwing van de kerk. 

Een hele belangrijke en verbindende rol vervult de website Hallo Berghuizen. Daar kun je alle info over de projecten met tekst en foto’s vinden.’


Waarom vind je verjonging belangrijk? 


‘Ik heb inderdaad bewust afscheid genomen van Kansrijk om jongere mensen deze plek te geven. Mijn ideeën en energie zijn nog niet op, maar jongere mensen hebben recht op hun eigen kijk en inzet in deze wijk. En dat kan alleen als je ze een plek geeft. Ik besef dat jongere mensen vaak erg druk zijn met werk en privé, maar dan nog doe ik een beroep op hen deel te gaan nemen aan Kansrijk.  Dus, als je benieuwd bent wat je zou kunnen doen, hoeveel tijd dat kost, en wat het jezelf kan brengen, neem contact op.’


Hoe kijk jij op dit moment aan tegen onze wijk?


‘Zuid-Berghuizen mooier en leefbaarder is de leus van Kansrijk. Dat is het de afgelopen jaren ook geworden. De Stakenbeek is een prachtige aanvulling en aansluiting op het oudere deel vóór de Stakenbeek. Fietsend of wandelend over de Groene Loper en langs de Beek is dat erg mooi om te zien. In de wijk hebben we geen gebrek aan diversiteit. Dat is waardevol. We wonen met en naast elkaar. Noaberschap leeft hier nog. 

Er is nog veel gemeenschapszin en ik ben blij met de vele voorzieningen die we hebben. Zoals het winkelcentrum, de kerkgangers die nog een eigen plek hebben, de sportverenigingen, de basisschool, het IVN dat zich betrokken voelt, Impuls, de kleine zelfstandigen met hun bedrijf aan huis, Stakenboer, het gezondheidscentrum, de mooie wandel- en fietsomgeving en het openbaar vervoer binnen handbereik.

Maar we missen voldoende  en betaalbare woningen voor ouderen en starters. En met de stijgende energie- en voedselprijzen kunnen de wijkbewoners met een laag inkomen in de problemen komen.


Corona heeft de afgelopen jaren greep op ons gehad. Ook op Kansrijk. Veel kun je digitaal, maar intermenselijk contact kan in de wijk niet gemist worden. Gewoon; een praatje op straat, op het winkelcentrum, in het park of in de boerderij. Daar hoor je de verhalen en wensen.’