Search
Search

Voor en na het werk de stal in

Met zichtbaar plezier is Gertjan Wolbers (61) deze zaterdagmorgen aan het werk in zijn stal. Elf koeien staan er. Met de hooivork spreidt hij het lekker ruikende kuilvoergras voor de beesten uit. Daarna brengt hij met de speciale veeaanhanger water en hooi naar zijn dertig schapen, die in verschillende weilanden in de omgeving grazen.
Gertjan Wolbers bij twee bokjes onder de kapschuur, die speciale zorg krijgen. ‘Het is mijn  uitdaging ze groot te krijgen.’

Gertjan Wolbers als veehandelaar in  de voetsporen van zijn vader

‘Jammer dat het handjeklap er niet meer is’

De stal staat achter het huis van zijn moeder aan de Lossersestraat. Slechts op steenworp afstand van zijn eigen huis aan de Burgemeester Wallerstraat, waar Gertjan woont met echtgenote Erna. Beide kinderen – zoon Mart is veearts in het Groningse Loppersum en dochter Kyra onderwijzeres in Hengelo – wonen niet meer thuis.  Kyra woont met partner Roy Laarveld niet ver van haar ouderhuis in Berghuizen.
Met zijn koeien en schapen is Gertjan Wolbers in de voetsporen getreden van zijn tien jaar geleden overleden vader Marinus Wolbers. Zij het dat Gertjan de handel in dieren hobbymatig uitoefent, naast een drukke en verantwoordelijke baan als projectleider bij Power Packer. Marinus Wolbers, aanvankelijk timmerman, maakte er later zijn beroep van. Hij was een  bekende verschijning bij boeren in dit deel van Noordoost-Twente, maar ook op de veemarkt in Zwolle en de jaarmarkten, die toen nog volop werden gehouden. Gertjan had het er moeilijk  mee, toen zijn vader kwam te overlijden. ‘Als kind al trol ik veel met hem op. Op het gebied van de verzorging van vee en de handel heb ik alles van hem geleerd. Mee naar de markten, dat was prachtig. Toen ik op mijn achttiende mijn rijbewijs kreeg, reed ik na zo’n jaarmarkt terug. Want zoals het een echte veehandelaar betaamt, dronk mijn vader na goede handel  op de markt een borrel. Hele mooie tijden waren dat. Ik mis hem nog steeds.’
Marinus Wolbers met een veekoekje achter zijn rug bij een van zijn beesten.
De stal stond er, de auto en veeaanhanger waren er, de weidegrond achter het huidige ouderlijk huis lag er ook, evenals wat weidegrond in de omgeving, die  in eigendom was. Aangezien Gertjan net zo gepassioneerd was van beesten en de handel als zijn vader, lag het voor de hand dat hij er mee doorging. Zij het op andere schaal en zoals gezegd, naast zijn eigen baan, waarvoor hij regelmatig afreist naar het buitenland. ‘Dat kan omdat ik een geweldige steun heb aan Erna en aan Arie, de man van mijn zuster Riet. Arie is altijd bereid het voeren over te nemen, dat is echt goud waard. En Erna fietst minstens drie keer in de week langs de schapen om te kijken of het goed met ze gaat. Want in deze donkere tijd van het jaar kan ik dat ’s morgens heel vroeg en ’s avonds na het eten niet goed beoordelen.’
 
Hooi schudden
 
Erna, tot ze kinderen kregen kleuterleidster van beroep, stapt bovendien gemakkelijk op de trekker om hooi te schudden, terwijl Gertjan aan het werk is. ‘Wel op het kleine trekkertje, de grote laat ze liever staan’, lacht Gertjan. Hij kocht de afgelopen jaren meerdere stukken weidegrond, met name voor de schapen. Daarnaast begrazen de schapen de weilanden van anderen, zoals die van Bennie Laarveld aan de Elsmorsweg en van Jan en Annemarie Hofsteenge aan de Boerskottenlaan. Onder de kapschuur staan twee nog wat iele bokjes. ‘Die heb ik uit compassie meegenomen bij iemand, die ze niet goed had verzorgd’, vertelt Gertjan. ‘Het is mijn uitdaging ze met goed en regelmatig voeren en de best mogelijke verzorging, toch groot en gezond te krijgen.’
De liefde die hij heeft voor zijn dieren laat zich zien als hij een stevige koe over zijn nek kriebelt. ‘Deze hebben we destijds met emmers melk grootgebracht, omdat het bij de moeder niet ging. Ik ben er zeer aan gehecht.’ Toch kost het hem doorgaans geen moeite zijn koeien en schapen naar de slacht te brengen, als het eenmaal zover is.’ Individueel schapen verkopen voor de Ramadan doet hij niet meer. ‘Ik heb er een opkoper voor, dan weet ik ook wat er mee gebeurt.’
Hij fokt zelf, de meeste koeien in de stal dragen op dit moment een kalf. In april-mei is het weer lammerentijd. ‘Als je al die lammetjes in de wei achter elkaar aan ziet rennen is dat een ongelooflijk mooi gezicht.’ Niet voor niets is hij er voorstander koeien en schapen in de wei te brengen, zo gauw voor de koeien het weer geschikt is.
Zeven uur opstaan
Dan gaat het naar de Postweg, met een kruiwagen vol hooi en een vat regenwater in de aanhanger. Gertjan heeft daar een ruim weiland, naast het tuincentrum van Gerard uit het Broek. De tien schapen komen aangehold als ze zijn auto zien aankomen en drommen samen rond de huif, als Gertjan het meegebrachte hooi  erin stopt. Het zijn beste schapen, met stevige dijen en goed in de wol. Op zaterdag is hij altijd druk met zijn dieren. Op zondag doet hij het wat rustiger aan. Maar elke door de weekse ochtend is het om zeven uur opstaan, naar de stal om de mest te ruimen en te voeren, dan thuis onder de douche om vervolgens rond kwart over acht op zijn werk te arriveren. ’s Avonds is hij weer in de stal rond kwart over  zes, half zeven.
Traditiegetrouw is er op de zaterdagmorgen koffie in de keuken bij moeder Wolbers. Er wordt gesproken over de handel met de kleinere boeren in de Eekte en de Kleibult, waar vader Marinus kind aan huis was. Gertjan vertelt hoe hij als kind zijn eerste schaap kreeg van zijn vader, een hele makke zwarte bles. ‘Ik kreeg er lammeren bij, waaronder twee bokken. Die heb ik verkocht, ik kon er andere schapen voor weer kopen. De handel zat er dus al vroeg in.’ Jammer vindt Gertjan het dat het handjeklap van handelaars en boeren op de veemarkten helemaal is verdwenen, evenals de markten zelf tengevolge van de niet meer af te remmen regelgeving. Hoe dan ook, een van de belangrijkste lessen die zijn vader hem leerde, probeert hij nog steeds in de praktijk te brengen. ‘Mijn vader zei altijd: ‘Als zowel de handelaar als de boer tevreden zijn, heb je het goed gedaan.’ 

Tekst en foto’s: Felix Nijland.