Zoek
Zoek

‘Goald, wierook, mirre kwam zoo op de stirre’

Als westerling en als koorlid zong wijkbewoner Harry Roeloffzen recent mee in de dialectviering ‘Oetkiek’n noar het Keend’ in onze Mariakerk. Voor iemand die de Twentse taal niet spreekt een bijzondere belevenis. Harry beschrijft hier zijn ervaringen.
‘Hoe bijzonder is het om als westerling zo’n viering mee te maken en mee te zingen. Om zeven uur ’s avonds is het middenschip nagenoeg gevuld met mensen. Een kleine 300 mensen zijn naar de kerk gekomen , schat ik zo in. Buiten hoor ik de mystieke klanken van de midwinterhoorn. Ik weet nog goed dat ik dit weemoedige geluid in de jaren zeventig voor het eerst buiten hoorde tijdens de adventsperiode. ’n Oal’n roop, die soms beantwoord wordt door een andere blazer. Ook tijdens de viering is de midwinterhoorn een aantal keren te horen. Voor mij hoort dit geluid echt bij de kersttijd en het geeft het mij een warm gevoel. 
 
Met het koor Impulsief hebben wij de kerstliederen zoals Stille Nacht, Wij komen tezamen, Nu zijt wellekome , vertaald in het Twents door Jan Swennenhuis, flink geoefend tijdens onze repetitieochtend op maandag in Breedwijs. Gelukkig zijn er voldoende echte Twentenaren onder de koorleden die er voor zorgen dat ik een en ander goed uitspreek. Ik begrijp dat dit niet de eerste keer is dat er een dialectviering is in de kerk. In 2014 gebeurde dit voor de eerste keer ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van KV Ons Genoegen. En in 2017 als een eerbetoon aan de in juni 2016 overleden Jan Swennenhuis.
Als openingslied zingen wij het Wij komen tezamen in het Twents. Daarin komt de zin ‘Goald, wierook,mirre kwam zoo op de stirre’ voor. Het woord ‘stirre’ boeit mij. Wat is de betekenis? Googelen levert niets op. Dus navragen bij een paar ras Twentenaren. Het meest heb ik gehoord is dat de stirre de plek is in het Nederlands. 
 
Geweldig dat er zoveel vrijwilligers zijn die ervoor zorgen dat deze dialectviering heeft kunnen plaats vinden, chapeau! Ik hoop nog vele malen zo’n kerstviering in het dialect mee te mogen maken en mee te mogen zingen. 

Harry Roeloffzen Foto’s: Louis Nijland